Spelregels padel uitgelegd
In deze blog:

Spelregels padel uitgelegd
Padel heeft Nederland veroverd. Door het hele land vind je banen en verenigingen. Maar wat is het nou precies? Lijkt het op tennis of squash, maar dan in een glazen kooi? En wat zijn eigenlijk de spelregels voor een potje padel? Dit gaan we je haarfijn uitleggen in onze blog ‘Spelregels padel uitgelegd’.
Spelregels padel
De spelregels van padel lijken in zeker zin op die van tennis. Maar, de wanden van de kooi geven het spel toch een hele andere dimensie. We nemen je geleidelijk mee langs alle elementen van het spel: het speelveld, de wanden, de service, het spelverloop en de puntentelling.
Het veld
Het totale spelveld is 20 meter lang en 10 meter breed. In het midden van het veld staat het net, welke ongeveer 90 centimer hoog is. Het net verdeeld het veld in twee speelhelften, beide dus 10 meter lang en 10 meter breed. Aan beide kanten loop op ongeveer 7 meter van net de servicelijn. Tussen deze servicelijn en het net loopt – precies in het midden – in de lengterichting van het veld de centrale servicelijn. Hierdoor ontstaan aan biede kanten van het veld twee servicevakken.
De wanden
Het veld wordt omringt door een glazen wand rondom de achterveld en een hekwerk rondom de servicevakken en het net. Je kunt de glazen wanden gebruiken voor het terugslaan van de bal. Daarover later meer. De wanden geven een hele verrassende dynamiek aan het spel, en maakt het significant anders dan iedere andere sport.
De service
Het spel begint met de service. Anders dan bij tennis moet de service bij padel onderhands. De serverende speler moet achter de servicelijn staan, en de bal over het net in het diagonaal gelegen servicevak van de tegenstanders slaan. Voor de serverende speler de bal raakt, moet de bal één keer stuiteren achter de servicelijn. Je mag de bal maximaal ter hoogte van je navel raken.
De service is in als de bal de grond raakt in het diagonaal gelegen servicevak van de tegenstander en vervolgens niet het hekwerk raakt. De bal mag na de stuit wel tegen de glazen wanden naast en achter de servicelijn komen. Als de eerste poging uit gaat, heb je daarna een tweede service. Sla je die ook uit, dan is er sprake van een dubbele fout en verlies je het punt. Als de service in gaat, begint de rally.
Het spelverloop
De basisregel: tijdens rally mag de bal maar één keer de grond raken. Een speler mag kiezen om de bal te laten stuiten, of hem te volleren (een bal in één keer uit de lucht slaan). Alleen bij de return móet de bal gestuiterd hebben. De bal moet gestuiterd hebben voordat deze een wand of het hekwerk raakt, anders is de bal uit. Nadat de bal heeft gestuit mag de wand of het hekwerk een of meerdere keren geraakt worden voordat de bal teruggespeeld wordt.
De ontvanger mag de bal direct in het speelveld van de tegenstander terugslaan, of hij kan de bal via de eigen achter- of zijwanden terugspelen. Als de bal het hekwerk raakt voordat hij over het net komt is het een fout. Als de bal via het speelveld over de wand (4 meter) of hekwerk (3 meter) wordt geslagen is het normaliter een punt; behalve als een speler buiten de kooi de bal terugspeelt.
Het spel gaat door met deze regels totdat de bal twee keer op het speelveld stuitert, direct de glaswand of het hekwerk raakt of een speler op een andere manier de regels overtreedt.
De puntentelling bij padel
Het scoreverloop bij padel is hetzelfde als bij tennis. Het scoreverloop in een game is: 15, 30, 40 en game. Bij 40-40 is er sprake van een deuce en moeten twee opeenvolgende punten worden gescoord om de game te winnen. Soms wordt er bij 40-40 een “golden point” (oftewel: een beslissend punt) gespeeld.
Padel wedstrijden zijn nagenoeg altijd “best-of-three”, met andere worden, wie het eerste twee sets wint. Je wint een set als je als eerste zes games wint met twee games verschil. Bij 6-6 wordt een tie break gespeeld, die gaat tot zeven gewonnen punten met twee punten verschil. Win je de tie break dan win je tevens de set, met 7-6. Een eventuele derde set kan als “supertiebreak” (ofwel wedstrijdtiebreak) gespeeld. Je speelt dan tot tien punten met wederom twee punten verschil.
De padel spelregels in het kort
Samenvattend, de belangrijkste spelregels van padel in het kort:
- Het spel begint met de service, deze moet stuiteren in het diagonaal gelegen servicevak van de tegenstander.
- De bal mag slechts één keer de grond raken.
- De bal mag voor en na de stuit gespeeld worden (behalve bij de return).
- De bal moet één keer stuiteren voordat het tegen het glas- of hekwerk kaatst, direct tegen de wand of het hekwerk is uit.
- Als de bal het hekwerk raakt voordat het over het net heen gaat, dan is er sprake van een fout.
- Als de bal over het glas- of hekwerk wordt geslagen, dan telt dat als punt. Tenzij iemand van buiten de kooi de bal terugspeelt.
- Als de bal jou of je medespeler raakt, verlies je het punt.
- De puntentelling bij padel is net zoals bij tennis: 15, 30, 40 en game (deuce bij 40-40)
- Bij ieder oneven game wissel je van kant.
- Wie het eerste twee sets wint, wint het spel.
Zin in om een potje te spelen?
Ben je enthousiast geraakt voor een potje padel, maar heb je nog geen padel racket? Neem dan een kijkje in onze shop.